Nu de Tweede Kamer de motie heeft aangenomen om de brancheopleidingen voor mensen met een beperking te financieren, moeten zorgorganisaties meer dan voorheen hun deuren voor hen opengooien. Dat bepleit Saskia Baas, bestuursvoorzitter van Philadelphia Zorg. Want voor veel bedrijven en organisaties, juist ook in de zorg, is het flink zoeken naar personeel terwijl er een enorm arbeidspotentieel is onder mensen met een beperking.
In tijden waarin veel nieuwskoppen treurig stemmen, was de volgende een regelrechte opsteker: Tweede Kamer stemt in met motie voor de financiering van brancheopleidingen. Een belangrijke en zeer terechte stap, waardoor mensen met een beperking de kans krijgen op een diploma.
En het is reden om meteen te kijken naar wat de stappen erna zijn, naar wat er gebeurt als iemand de brancheopleiding met succes heeft afgerond. Een diploma moet een opstap zijn naar werk in plaats van iets dat alleen ingelijst aan de muur hangt.
Onderdeel van de maatschappij
Elk ziekenhuis heeft bomen, planten en gras rond de locatie. Het is een aan en afrijden van busjes en als ergens de faciliteiten op orde moeten zijn, is het wel in de zorg. Dus is het maar goed dat de brancheopleidingen drie gebieden kennen: groen, logistiek en facilitair.
Open de deuren voor mensen met een beperking, zodat zij het werkende leven in kunnen stappen. Philadelphia gelooft al vanaf de oprichting dat locaties, en dus cliënten, midden in de samenleving willen staan. Daarom hebben we naast eigen locaties bewust partnerschappen met externe organisaties als ministeries, musea, supermarkten en in de ouderenzorg. Zodat cliënten daar, met meer of minder begeleiding van ons, werkelijk onderdeel zijn van de maatschappij.
Neem de Jumbo op Urk. Daar werken cliënten met begeleiding op de vloer. Dat is op allerlei vlakken een succes. De cliënten horen echt bij het team en draaien mee bij alle werkzaamheden. Soms groeit een van hen door tot vaste medewerker. De collega’s zijn ook blij met de samenwerking: een ouder van één van hen zegt dat haar dochter vrolijker thuiskomt nu ze cliënten als collega heeft. Het is een van de vele voorbeelden van hoeveel het kan bijdragen, zo’n plek bij een bedrijf of organisatie.
Gooi de deuren open
Met de brancheopleidingen, die nu de steun van de Kamer krijgen, ontwikkelen mensen zich natuurlijk niet om daarna in een vacuüm terecht te komen. Op zijn minst moet voor hen de keuze zijn: kies ik klassieke dagbesteding in de luwte, midden in een dorp of stad, of ga ik voor werk bij een (zorg)organisatie in de buurt. Daar waar begeleiding van m’n zorgverlener beschikbaar is, of waar ik in kan beeldbellen met een begeleider via bijvoorbeeld DigiContact. Laten we zorgen dat er van al die soorten genoeg aanbod is.
Een oproep dus aan zorgorganisaties die de deuren nog niet geopend hebben voor cliënten: gooi ze wijd open. U heeft personeel nodig, en cliënten een plek waar ze midden in de samenleving staan. Waar ze gezien en gehoord worden en waar ze hun talenten kunnen ontwikkelen. En waar is dat beter dan in het sociale hart van Nederland: de zorg. Meewerken in de catering of de schoonmaak, patiënten wegwijs maken of helpen vervoeren, samen dagbesteding doen met ouderen… er is zoveel mogelijk.
Gelijke kansen
De motie die nu door de Kamer is aangenomen, moet resulteren in gelijke kansen op onderwijs, laat daar gelijke kansen op werk op volgen.
Dit opiniestuk verscheen eerder op de website van Zorgvisie.