Projectontwikkeling en samenwerking door de ogen van Ton Bus, vader van bewoner Sander
Een fijne woonplek voor nu en later. Dat wilden Ton en Monique Bus voor hun zoon Sander en zijn vrienden. Met de realisatie van ’t Homerushuis werd die droom werkelijkheid. Op 1 november 2024 hebben de bewoners hun appartementen in ’t Homerushuis betrokken. Ton Bus was als ouder vanaf het prille begin intensief bij dit project betrokken. Hoe zag de ontwikkeling, realisatie en onderlinge samenwerking er door zijn ogen uit? Samen met Irmo Jansen, projectmanager bij Zenzo Maatschappelijk Vastgoed, blikt Ton Bus terug op de afgelopen jaren.
’t Homerushuis is een woonlocatie voor jongvolwassenen met een verstandelijke beperking. Het gebouw staat midden in Almere Poort en heeft vijf bouwlagen. Op elk van de vier verdiepingen vind je acht appartementen met een eigen woonkamer, douche, toilet, slaapkamer en keukenblokje. Daarnaast heeft elke verdieping een grote gemeenschappelijke woon-eetkamer met een flink terras en een aantal ruimtes voor zorgmedewerkers. Op de begane grond tref je vier appartementen, een gemeenschappelijke berging en de ontmoetingsruimte Homerusplace. Hier is De Verwennerij gevestigd, een plek bedoeld voor alle bewoners van het Homeruskwartier.
Gewone buren worden in de buurt
Ton Bus: '’t Homerushuis is een initiatief van Philadelphia Zorg. Ik ben met hen in het prille begin in contact gekomen toen het project nog maar een idee was. Philadelphia had op dat moment zicht op een bouwkavel in Almere Poort. Dat is nu vier jaar en twee maanden geleden. Ik heb toen, ook namens een aantal andere ouderparen, verschillende goede gesprekken gehad met Philadelphia. Tijdens een van die gesprekken heb ik de vraag gesteld of ze voor Sander en zijn vrienden woonruimte en begeleiding konden bieden. Een fijne plek om nu en ook later zo zelfstandig mogelijk te wonen. Die vraag leidde tot intensievere contacten. Daarbij hebben we over en weer onze verwachtingen uitgesproken. Uiteindelijk was het de zorgvisie van Philadelphia die ons heeft overtuigd. Die zorgvisie zie je helemaal terug in ’t Homerushuis. Sander en de andere bewoners hebben hier iedere hun eigen woonplek met begeleiding, maar ze zijn ook gewone buren in de buurt. Philadelphia Zorg vindt het belangrijk dat de bewoners en de buurt elkaar leren kennen. Daarom is in de gezamenlijke ruimte op de begane grond De Verwennerij gevestigd. Hier is iedereen welkom voor een kop koffie, een hapje en een drankje. Het is een ontmoetingsplek voor de hele buurt en voor een aantal bewoners van ’t Homerushuis tegelijk ook hun werkplek.'
Een zorginitiatief gerealiseerd als ouderinitiatief
Ton: 'De gesprekken die wij met Philadelphia voerden, voelden al snel heel goed. Het was natuurlijk een zorginitiatief, maar Philadelphia wilde dit project helemaal als een ouderinitiatief uitvoeren. Bij alles wat er besproken, gezegd en geschreven werd, op alle niveaus, werden de ouders rechtstreeks betrokken. Wij wisten als ouders net zoveel als de mensen van Philadelphia. En wij kregen ook alle gelegenheid om net zo hard in de ontwikkeling mee te doen. In de praktijk maakte Philadelphia dat werkelijk waar. Zo ontstond al snel een enorme klik, die nog versterkt werd toen we ook over de zorgvisie gingen praten. In die positieve sfeer ben ik toen de vertegenwoordiger van de eerste vier ouderparen en de eerste vier potentiële bewoners geworden. Ik heb me daarbij vanaf dag één volstrekt gelijkwaardig gevoeld aan de mensen van Philadelphia die bij de ontwikkeling van dit project betrokken waren. Ik kreeg alle informatie, kon overal bij zijn, zat in elke werkgroep en in elk werkoverleg en kon namens de ouders echt meebeslissen.'
Een verbeterd resultaat door input van ouders
Irmo Jansen: 'De opzet als een ouderinitiatief en de grote betrokkenheid van de ouders, vertegenwoordigd door Ton, hebben een grote invloed op het resultaat gehad. Daar zijn mooie voorbeelden van. Zo zijn er door de input vanuit de ouders grote balkons gekomen. En ook de gangen zijn breed uitgevoerd waardoor zichtbaarheid is gecreëerd. We hebben ook veel gesproken over de indeling van de appartementen. Hoe konden we het zo doen dat het als een eigen plek zou voelen? Hoe konden we er een prettige leefomgeving van maken? Normaal ben je vooral kritisch op zaken zoals bouwtechniek. Is iets bouwbaar? Maar hier keken we met elkaar ook hoe een eetkamertafeltje erin past. Vaak rolden we dan van het een in het ander en werd het ontwerp verder aangescherpt.'
Gevoel krijgen bij de vraag hoe je kind gaat wonen
Ton: 'Over die gesprekken rond de indeling van de ruimtes, vertel ik nog steeds. Dat vond ik echt een hele mooie. Op een gegeven moment kreeg ik al die tekeningen onder mijn neus. Plattegronden met vierkantjes. Ik kreeg er geen gevoel bij. Hoe gaat Sander hier nou wonen? Hoe gaan onze kinderen hier nou leven? Toen kwamen we op het idee om er wat meubeltjes in te tekenen. Ik kan me het gezicht van Anoul Bouwman, de architect, nog heel goed herinneren. Dat is immers niet wat hij als architect normaal doet. Maar hij is er wel mee aan de slag gegaan. Dat begon met een gesprek. Eerst over welke meubeltjes. En toen over hoe ze daar gaan wonen? Gaan ze bij elkaar op visite? Willen ze bij elkaar blijven eten? Dan moet er dus een eetkamertafeltje voor twee of vier personen in passen. En gaan ze daar gamen? Dan moet er dus ook een bank met een tv in passen. Een ander onderwerp was een- of tweepersoonsbed. Je weet het nooit, dus er moest een tweepersoonsbed in kunnen. Op dat punt kregen we trouwens bijval van de zorgmedewerkers. Zo begonnen we een beeld te krijgen van de manier waarop onze kinderen daar konden gaan leven. En toen is Anoul meubeltjes gaan intekenen om vervolgens te ontdekken dat er eigenlijk geen goed tweepersoonsbed in de slaapkamer paste. Dus die muur van de slaapkamer moest wat opschuiven. Het gevolg was dat hij niet uitkwam met de ramen. De raampartijen zijn toen ook opgeschoven. Uiteindelijk heeft die hele discussie niet alleen de ruimtelijke indeling, maar het hele gevelaanzicht van het gebouw gewijzigd. Alleen maar door de vraag: hoe zullen onze kinderen daar gaan leven? Tekenend voor de prettige samenwerking is dat Anoul dat allemaal heel leuk oppakte.'
Niet alles gaat zonder slag of stoot
Ton: 'Natuurlijk loop je ook tegen lastige dingen aan. Dat gebeurde bijvoorbeeld toen we een interieurarchitect wilden inzetten om binnen in het pand een huiselijk gevoel te creëren. Met de professionele aanpak van een interieurarchitect wilden we voorkomen dat ’t Homerushuis de uitstraling van een instelling zou krijgen. Maar niet iedereen in de werkgroep zag meteen het belang van een interieurarchitect in. De gedachte was: dat kunnen we ook zelf wel. Toen had ik het gevoel dat ik niet werd gehoord. Op zulke momenten was het fijn dat ik Irmo kon bellen om even te sparren. En het is uiteindelijk gelukt, met die interieurarchitect, maar niet zonder slag of stoot.'
Irmo: 'Dat is een mooi voorbeeld van een situatie waarin we vanuit Zenzo heel goed kunnen meehelpen, meedenken en ondersteunen. Dat zie ik ook echt als een taak om maximaal te doen. Want we kunnen wel de weg van de minste weerstand kiezen, maar dan hebben we straks allemaal gebouwen met witte wanden en dezelfde binnendeuren. Daar wil je zelf ook niet in leven. Ook Zenzo denkt steeds vanuit de toekomstige bewoners en wil hun belangen hooghouden. Ik vind het een van onze rollen om daarin de smeerolie te zijn.'
Aan de vooravond van Kerst breekt een nieuwe periode aan
Ton: 'En nu staan we dan aan de vooravond van een nieuwe periode. Onze droom komt uit en toch is het voor mij en Monique heel apart. Het is een beetje wereldvreemd, alsof je met zijn tweeën probeert te wennen op een andere planeet. We hebben er samen met alle ouders, Philadelphia, Zenzo en alle andere betrokken partijen vier jaar naartoe gewerkt. En nu is het moment daar en dan blijkt dat je je nooit goed voorgesteld hebt wat dat dan betekent. Alle focus lag op de ontwikkeling van het project. We hebben ons het huis voorgesteld en dat Sander daar gaat wonen. We hebben ons heel veel voorgesteld van dat huis. Maar we hebben ons nooit voorgesteld hoe het is als Sander niet meer bij ons in huis is. En dat is raar. Voor Sander wordt dit zijn eerste Kerst dat hij niet meer thuis woont. We hebben vorige week aan hem gevraagd wat hij met Kerst wil doen. Kom je gezellig thuis eten, zullen we uit eten gaan, een filmpje kijken of misschien naar de bios? En als je het leuk vindt, blijf je dan een nachtje logeren. Maar hij zei: ‘Nee, ik blijf thuis, in ’t Homerushuis. Ik ga wel mee uit eten.’ Voor ons, als ouders, is dat wel een hele gekke situatie. Het doet me heel veel en tegelijk is het heel geruststellend. Sander voelt zich hier thuis, dit is zijn eigen nieuwe plekkie. Hoe mooi is het om met dat gevoel de Kerst te gaan vieren en daarna het nieuwe jaar in te gaan.'
Bijzonder project
De realisatie van ’t Homerushuis was een bijzonder project. Regelmatig waren de toekomstige bewoners en hun verwanten op de bouwplaats te vinden. Dat maakte dat Zenzo en ook de bouwers konden zien voor wie er werd gebouwd. En dat gaf nog meer motivatie. Met de realisatie van het Homerushuis eindigt een zoektocht en komt een droom uit. Sander en zijn vrienden wonen hier op zichzelf, gewoon als buren in de buurt. Als sociaal projectontwikkelaar vindt Zenzo het heel belangrijk om te laten zien dat dat ook voor deze groep mogelijk is.
Dit artikel is geschreven in opdracht van Zenzo, ontwikkelaars van maatschappelijk vastgoed.