Alle deelnemers zitten rond de tafel. Op tafel zijn voor elke deelnemer een bord, een vork, een mes en een beker geplaatst, afhankelijk van de coupletten die gezongen worden. Met behulp van het lied worden alle attributen benoemd.
Het is mogelijk de namen van de deelnemers te noemen, bijvoorbeeld ‘Daar zit Rob aan de tafel, Rob heeft de tafel
gedekt’ etc.
Het is ook mogelijk borden, bekers, vorken en messen op ware grootte na te tekenen en te gebruiken