Infoblad, Video en animatie, Muziek en geluid, Werkblad
Jeugd LVB (JLVB)
Werkwijze
Doelen: Privé
De cliënt
Herkent en benoemt wat privé is
Herkent dit bij zichzelf, en bij de ander
Geeft aan als het eigen privé overschreden wordt
Houd rekening met privé van de ander
Waar werk je aan?
Besef van privé helpt je grenzen te ontwikkelen. Het helpt ik-besef te krijgen. Namelijk: wat is van mij, wat hoort bij mij, wat wil ik delen? Hoe maak je duidelijk als je dit niet wilt? Ook maak je je cliënt bewuster van de keuze: wil je praten of niet? En met wie je dat wel/niet wilt. Je cliënt leert dat die voorkeur er mag zijn. De 1e stap is het besef van Privé. Zo leg je de basis voor weerbaarheid in situaties waarin iemand letterlijk te dichtbij komt (in je persoonlijk ruimte). Een vervolgstap is: het herkennen van afstand en nabijheid. Een stap verder is: het herkennen van ‘bemoeien’ en ‘de ander met rust laten’. Je werkt van bewustzijn van eigen privé naar respect voor privé van de ander.
Hoe bouw je het op?
De opbouw van het materiaal is chronologisch: je werkt van stap 1 naar 2, 3, enzovoort. Begin bij het werkblad. Hierin wordt verwezen naar andere werkvormen die je kunt gebruiken (praatplaat, spel, enz.). Mensen met een verstandelijke beperking laten je duidelijk merken of je aansluit op hun interesse, taal en niveau. Wat al bekend is, behandel je kort of sla je over. Vraag altijd aan je cliënt: Wat vind je hiervan? voordat je iets overslaat.
Hoe past de cliënt het toe?
Rapporteer aan welk doel je gaat werken. Schrijf al je bevindingen op en evalueer. Stel bij als het ‘te snel, te moeilijk of te makkelijk’ is voor je cliënt. Zoek oefensituaties en herhaal. Bespreek wat de cliënt kan en aankan.