Doel
Waar werk je aan?
- Werkblad: De cliënt is zich bewust van zijn buitenkant.
- Spel: De cliënt leert observeren en ervaart wat er bij zijn buitenkant hoo
Dit thema begin je met de startpraatplaat (zie onderaan).
Startpraatplaat
Wat zie je?
Waar gaat deze plaat over?
Hoe ziet jouw buitenkant eruit?
Bijvoorbeeld de kleur van je ogen?
Kleur van je haar?
Ben je klein of groot, of ertussenin?
Dun, dik of ertussenin?
Wat vind je mooi aan je buitenkant?
In welke kleding voel jij je prettig?
Wat kan je nog meer vertellen over je buitenkant?
Soms kun je aan de buitenkant zien, hoe jij je van binnen voelt.
Bijvoorbeeld bang, boos, blij, verdrietig of anders,
Kun je een voorbeeld geven?
Waaraan kun je merken hoe een ander zich voelt?
(het gezicht, hoe iemand staat of zit, wat iemand doet, de stem)