In Haarlem gaan de deelnemers van dagbestedingslocatie ‘t Paleis regelmatig de wijk in. Of mensen uit de wijk komen naar ‘t Paleis. In samenwerking met andere organisaties ontstaan er waardevolle verbindingen door activiteiten die soms eenmalig zijn, maar ook wekelijks, maandelijks of jaarlijks kunnen terugkeren. ‘Tijdens de Kinderboekenweek hebben de deelnemers en de leerlingen van de basisschool elkaar voorgelezen’, vertelt coördinerend werkbegeleider Liesbeth Cluistra. ‘Ik vind het echt indrukwekkend en verbazingwekkend hoe goed dat gaat.’
Dat stichting De Baan en ’t Paleis samenwerken ligt voor de hand. ’t Paleis huurt twee ruimtes in het gebouw van de stichting en beide organisaties hebben ook nog eens dezelfde doelgroep. Zo vervullen ze in Haarlem een belangrijke rol in de wijk. ‘Stichting de Baan organiseert activiteiten voor mensen met een verstandelijke beperking’, vertelt Liesbeth. ‘Dat doen ze voornamelijk met vrijwilligers. ’t Paleis is een dagbestedingslocatie van Philadelphia. Sinds 2019 zitten we in hetzelfde pand en er was meteen een goede klik.’
Koekjes bakken
Liesbeth komt uit de ouderenzorg waar ze vanuit haar rol als vrijwilligerscoördinator ook al veel bezig was met de mogelijkheden in de wijk. Omdat ze graag in de gehandicaptensector wilde werken begon ze via De Baan als vrijwilliger bij ’t Paleis om te kijken of het iets voor haar was. Dat beviel. ‘In no time was ik in vaste dienst’, zegt ze. ‘Ik ben me overal in gaan wurmen om contacten te leggen en activiteiten te verzinnen.’ De samenwerking met de wijkraad is er van het begin af aan. ‘Al vijf jaar bakken wij de koekjes voor de maandelijkse koffieochtend. Een van onze deelnemers is tijdens die ochtend gastvrouw. We zorgen voor de boodschappen en bakken de dag ervoor de koekjes.’
Themadagen
Bij ‘t Paleis zijn 26 deelnemers actief. Elke dag heeft een ander thema. De activiteiten die ze samen of voor andere organisaties doen proberen ze zo veel mogelijk op een passende themadag te doen. ‘Op woensdag is het thema “eten”. Dan maken we bijvoorbeeld de soep voor de stamtafel die De Baan wekelijks organiseert. Hier kunnen mensen met een beperking uiteten. Maar als er een vraag van een school komt voor pannenkoekendag, dan bakken we die ook op woensdag. Die structuur is heel belangrijk.’
Het beste uit de omgeving
Liesbeth werkt twee dagen in de week bij ‘t Paleis. Veel tijd om rond te bellen en contacten te leggen heeft ze niet, zegt ze. Toch ontstaan er veel relaties tijdens het community-overleg met partners uit de wijk. Zoals Buurts, een organisatie voor Haarlemmers die ondersteuning kunnen gebruiken. ‘Ik ben aandachtfunctionaris Het beste uit de omgeving, maar ik hoef het niet allemaal alleen te doen. Mijn taak is om in de gaten te houden dat het goed loopt. Gelukkig ziet het team ook veel kansen. Tijdens het teamoverleg is een vast agendapunt wat we doen en wat eraan komt. Veel komt ook vanuit De Baan of de wijkraad. Een mooi voorbeeld daarvan is de kerstlunch voor de wijk. Dat hebben we met z’n drieën opgepakt. De wijkraad nodigt de wijkbewoners uit voor de lunch. De Baan stelt de ruimte beschikbaar en wij vragen de school om kerstliedjes te zingen. Daarnaast maken we met de dagbesteding de soep en een leuke attentie voor de kinderen. Dat is iets wat nu jaarlijks terugkeert, dat we samen iets doen rondom Kerst. En andere scholen weten ons nu ook te vinden voor dergelijke activiteiten.’
Voorlezen
‘De Florenciusschool is een particuliere basisschool in de buurt met maar negen leerlingen per klas. Dat past goed bij ons. Wij kunnen niet een schoolklas met 30 kinderen over vloer hebben. Er is een roulerend systeem waarbij er steeds twee leerlingen per zaal komen, dus vier per keer. Dan bakken we samen pepernoten of knutselen we iets voor Halloween. Tijdens de Kinderboekenweek hebben de deelnemers en de leerlingen elkaar voorgelezen. Ik vind dat echt indrukwekkend en verbazingwekkend hoe goed dat gaat.’
Stekkiebak voor de buurt
Daarnaast gaan de deelnemers regelmatig de wijk in met prikstokken. ‘Dat wordt erg gewaardeerd’, zegt Liesbeth. ‘We hebben ook een tijd het parkeerterrein hierachter onderhouden. We plantten er bollen en veegden de bladeren weg. Vanuit de wijk kregen we toen bezems en handschoenen. Dat was zo leuk, ze hadden dat voor ons ingezameld en ze hoefden ze ook niet meer terug. We gebruiken die nu in onze achtertuin. Daar kweken we tomaten en rucola voor op de boterham en groenten voor de soep. De stekkies die over zijn kunnen in de stekkiebar voor de buurt. Het parkeerterrein hebben we jaar of twee, drie gedaan, maar toen vonden de deelnemers het niet zo leuk meer. Ze moeten wel interesse hebben in de dingen die ze doen. Het hangt ook van de groep af. Dat we er nu mee gestopt zijn, wil niet zeggen dat we het nooit meer oppakken.’