De lijn tussen een grapje, plagen en pesten is vaak dun. Vaak herkennen en/of snappen cliënten een grapje niet eens, met alle gevolgen van dien... Over het algemeen kun je zeggen dat plagen meestal onschuldig is en dat ook blijft als er een basis is van gelijkwaardigheid en het incidenteel gebeurt. Plagen is ook meestal één tegen één en is makkelijk te stoppen. Vandaag begint de Week tegen het pesten en besteden we er extra aandacht aan.
Hoe kan ik pesten herkennen?
Het gaat om veranderingen in het gedrag van iemand. Er zijn een aantal signalen waaraan je kunt zien dat een cliënt mogelijk gepest wordt:
- Stil en teruggetrokken gedrag
- Minder opgewekte of gedeprimeerde stemming
- Niet meer ergens naartoe willen of durven
- Vermijden van ‘ongeorganiseerde momenten’
Welke vormen van pesten zijn er?
De bekendste vorm van pesten is waarschijnlijk het uitlachen en uitschelden van personen. Pesten kan echter in zeer veel verschillende vormen voor komen:
- Buitensluiten, isolatie, uitsluiten
- Lichamelijk/fysiek: trekken, duwen, spugen, schoppen, slaan, laten struikelen, krabben, bijten, aan de haren trekken of andere fysieke handelingen die niet gewenst zijn.
- Afpersing: geld of andere spullen opeisen.
- Gebaren: tong uitsteken, middelvinger opsteken.
- Pesterijen via social media of telefoon: vervelende berichtjes of foto’s sturen.
- Intimidatie: een cliënt achterna blijven lopen of ergens opwachten, iemand in de val laten lopen, de doorgang versperren of klem zetten tussen de fietsen.
- Stelen of vernielen van bezittingen: beschadigen, afpakken en kapot maken van spullen. Niet respectvol omgaan met andermans bezittingen.
Deze tips helpen je op weg
Betrek collega's
- Je staat er als begeleider niet alleen voor. Samen kan je meer.
- Wees discreet. Wanneer je andere collega’s inschakelt, communiceer hier dan liefst op voorhand over met het slachtoffer.
Pak het pesten aan met alle betrokkenen
- Pesten is een groepsprobleem. Er is bijna nooit één dader. Pesten gebeurt omdat het kan en vaak zijn er mensen die het gedrag tolereren.
- Het probleem wordt daarom best aangepakt samen met alle betrokkenen: de dader(s), de slachtoffer(s), de begeleider(s), de omstanders, de ouders,…
- Maak binnen de locatie een statement. Hang poster op, adem als team uit dat er op de locatie geen ruimte is voor pesten.
Ga in gesprek
- Eerst met het slachtoffer
- Daarna met de pester
- Ga ook in gesprek met de omstanders /omstaanders
Maak aan de omstanders(toeschouwers en meelopers) duidelijk dat het pesten moet stoppen. Steun omstaanders om iets te ondernemen. Zonder de steun van deze groep haalt de pester minder voldoening uit het pesten. Maak de groep meelopers en toeschouwers mee verantwoordelijk voor de oplossing van het pestprobleem. Leg uit dat er een verschil is tussen ‘klikken ‘en ‘melden’.
Leg het verschil uit tussen klikken en melden
Pesten komt vaak laat in beeld. Vertel de cliënt dat het goed is om betrouwbare mensen zelf op de hoogte te brengen. Maak een verschil tussen ‘klikken’ en ‘melden’. ‘Klikken’ doe je omdat je wil dat iemand een straf krijgt. ‘Melden’ omdat je wil dat iets ophoudt.
Installeer een laagdrempelig aanspreekpunt
Pesten blijft vaak nog verborgen. Wil je tijdig kunnen reageren zorg er dan voor dat cliënten, collega’s en ouders weten waar ze terecht kunnen met hun verhaal. Installeer daarom een laagdrempelig aanspreekpunt.
Leerbaar & Weerbaar
Binnen het materiaal van Leerbaar & Weerbaar is er het thema “pesten”. Op Mo vind je de video over pesten. Het werkblad dat erbij hoort kun je hier downloaden. Ga naar Leerbaar & Weerbaar voor de learning-snack die je kan doen als begeleider om meer te leren over pesten en hoe je daar als team mee om kan gaan.